Bestemmingsplan Centrum Groesbeek-Dorp
(update d.d. 3 november 2009)
Betekenis van uitspraak Raad van State
In de Carrousselvergadering van 24 september 2009 is n.a.v. raadsvragen van de VVD-fractie gesproken over de stand van zaken in de centrumplannen. Daarbij kwam ook de uitspraak van de Raad van State over het bestemmingsplan aan de orde. Van Collegezijde
werd gesteld dat er door de Raad van State inhoudelijk geen vraagtekens zijn gezet bij de wijzigingsbevoegdheden m.b.t. de TPG-locatie
en het Zomaterrein. Daarmee werd gesuggereerd dat de Raad van State het eens zou zijn met de inhoud van de wijzigingsbevoegdheden. Dat is
echter niet juist. De Raad van State heeft zich niet uitgesproken over de inhoud. Dat hoefde ook niet, want de wijzigingsbevoegdheden zijn
alleen al op procedurele gronden vernietigd. Een inhoudelijke beoordeling blijft in dat geval achterwege.
(20 augustus 2009)
Raad van State verklaart beroep WMG tegen bestemmingsplan gedeeltelijk gegrond
Met de aankondiging dat het nieuwe bestemmingsplan Centrum Groesbeek Dorp een conserverend karakter heeft en daarnaast voorziet
in enkele kleinschalige ontwikkelingen, heeft de gemeente belanghebbenden op het verkeerde been gezet. Dat oordeelt de Raad van State
in haar uitspraak in het beroep dat de WMG tegen dit bestemmingsplan heeft ingesteld. De Raad van State is van mening dat
de wijzigingsbevoegdheden voor het Zoma-terrein en de TPG-locatie in de Kerkstraat voorzien in ingrijpende
ontwikkelingen die niet als kleinschalig zijn aan te merken. Het goedkeuringsbesluit van de provincie is wat betreft beide wijzigingsbevoegdheden
vernietigd, bovendien heeft de Raad van State goedkeuring aan deze onderdelen van het bestemmingsplan onthouden.
Helaas werd ons bezwaar
tegen het op vage gronden indelen van het openbaar groen in structureel (te behouden) en niet-structureel groen ongegrond
verklaard. Ter zitting hadden de vertegenwoordigers van de gemeente aangegeven dat deze indeling vooral is ingegeven door practische
overwegingen: men wil graag de handen vrij hebben bij de centrumontwikkelingen. Daarom is een deel van het groen niet langer beschermd als
openbaar groen, maar ingedeeld bij de bestemming verkeersdoeleinden. Daaronder vallen ook groenvoorzieningen. Dat er in de plantoelichting
gesproken wordt over een niet bestaand "onderzoek" naar het groen, acht de Raad van State niet van belang. Een plantoelichting maakt geen onderdeel
uit van een bestemmingsplan en heeft derhalve geen bindende betekenis. De Raad van State oordeelt dat groen dat onder de bestemming verkeersdoeleinden
valt niet per definitie zal verdwijnen.
uitspraak Raad van State d.d. 19 augustus 2009
Zitting bij Raad van State
Op 3 juli 2009 vond bij de Raad van State de zitting plaats ter behandeling van het beroep dat wij tegen het nieuwe
bestemmingsplan Groesbeek-Dorp hebben ingesteld.
Schorsingsverzoek bij Raad van State levert nuttige informatie op
Omdat de gemeente in haar verweerschrift op het bezwaar van de WMG tegen de nieuwbouw van de Rabobank in de Kerkstraat zich opeens beriep
op het nieuwe bestemmingsplan (terwijl men vrijstelling had verleend op grond van het oude plan uit 1985), heeft de WMG eind januari 2008,
nog voor de zitting van de bezwarencommmissie op 2 februari 2009, een verzoek om een voorlopige voorziening ingediend bij de Raad van State.
De zitting vond plaats op 27 februari jl. en leverde ons zeer nuttige informatie op.
uitspraak Raad van State d.d. 11 maart 2009
Allereerst deed GS Gelderland een poging om de WMG niet-ontvankelijk te laten verklaren. Hiermee maakte de Raad van State korte metten.
Ten tweede kwam de procedure rond de bouwvergunningverlening van het bankgebouw aan de orde. De voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak oordeelde
dat de inwerkingtreding van het nieuwe bestemmingsplan de
bouw van het bankgebouw niet mogelijk maakt. Daarvoor moet eerst de procedure rond de wijzigingsbevoegdheid voor deze locatie worden gevolgd.
Ook het feit dat de gemeente inmiddels een besluit op bezwaar heeft genomen in het kader van een artikel 19 lid 2 WRO vrijstelling van het bestemmingsplan is volgens
de Raad van State geen ontwikkeling die een spoedeisend belang bij schorsing van het bestemmingsplan met zich meebrengt. De Raad overweegt
daarbij dat een artikel 19 vrijstelling gegrond moet zijn op een zelfstandige ruimtelijke onderbouwing. Bovendien staan thans nog rechtsmiddelen open
tegen de verleende bouwvergunning en vrijstelling. Conclusie van de Raad van State is dus dat er geen spoedeisende reden is
thans de werking van het nieuwe bestemmingsplan te schorsen. Ons verzoek werd dus afgewezen (zie
uitspraak), maar tegelijkertijd heeft de uitspraak van
de Raad van State nuttige informatie opgeleverd. De WMG is namelijk ontvankelijk verklaard, dit tegen de zin van gemeente en provincie.
Ten tweede kwam aan het licht dat de gemeente de ruimtelijke ordeningsprocedure mbt nieuwbouw Rabobank nog niet goed heeft gevoerd. Vrijstelling
moet volgens eerdere uitspraken van de Raad van State altijd worden verleend op basis van het geldende recht, en niet van het recht (lees: bestemmingsplan)
dat gold op het moment van de bouwvergunningaanvraag. De gemeente heeft wel vrijstelling verleend op basis van het oude, op dat moment niet meer
geldende bestemmingsplan. De voorzitter van de afdeling Bestuursrechtspraak stelde in de zitting vast dat de gemeente die procedure dus nog moet volgen.
Omdat deze volgens de mededeling van de aanwezige gemeenteambtenaar naar verwachting pas na behandeling van de bodemprocedure
over het bestemmingsplan zal zijn afgerond, oordeelde de voorzitter dat er dus geen spoedeisende reden is thans de werking van
het nieuwe bestemmingsplan te schorsen.
WMG stelt beroep in tegen goedkeuring bestemmingsplan
De WMG heeft bij de Raad van State beroep ingesteld tegen het besluit van Gedeputeerde Staten van Gelderland om het
nieuwe bestemmingsplan goed te keuren. Op 4 juli hebben Gedeputeerde Staten van Gelderland het plan goedgekeurd en
de bedenkingen
van de WMG tegen het bestemmingsplan afgewezen. Daaraan voorafgaand heeft de
gemeente alle bezwaren van de WMG afgewezen en heeft de gemeenteraad het plan goedgekeurd. Het bestemmingsplan heeft volgens de gemeente "primair een beheersfunctie, maar
kleinschalige ontwikkelingsmogelijkheden zijn eveneens in het plan mogelijk gemaakt." Dit is misleidend, omdat in dit bestemmingsplan wel degelijk
de ingrijpende bouwplannen in het kader van het Centrumplan worden meegenomen.
Onze bezwaren
zijn zowel van procedurele als inhoudelijke aard. Volgens de gemeente heeft dit bestemmingsplan "primair een beheersfunctie, maar kleinschalige
ontwikkelingsmogelijkheden zijn eveneens in het plan mogelijk gemaakt." Volgens de WMG is dit misleidend, omdat in het nieuwe bestemmingsplan
de bouwplannen in het kader van het Centrumplan worden meegenomen. Zo krijgt het College een wijzigingsbevoegdheid ten aanzien
van zes locaties waar gebouwd moet gaan worden. Bovendien mag de nieuwbouw dan hoger worden dan eerder afgesproken (bijvoorbeeld de
locatie Dorpsplein waar met deze wijzigingsbevoegdheid een nog hoger gebouw zou mogen verrijzen dan men nu wil bouwen met een art. 19 lid 2 procedure
op grond van het huidige bestemmingsplan).
Ook heeft de WMG bezwaar tegen het schrappen van het structureel groen in het dorpscentrum. De gemeente zou volgens de toelichting bij het bestemmingsplan
een "onderzoek" hebben uitgevoerd
op grond waarvan men heeft geoordeeld dat bijv. het groen dat al tientallen jaren langs de spoorlijn staat geen structureel groen is en dus voor
andere bestemmingen gebruikt mag worden. Daarentegen zijn snippertjes als de perkjes rondom het gemeentehuis en het tuintje op de rotonde bij de Zuidmolen
wel als structureel groen gekenmerkt! Ook de locatie van het oude postkantoor wordt aangewezen als structureel groen (volgens de definitie
is dat waardevol groen dat behouden moet blijven), maar dat groen mag voor max. 60% worden volgebouwd. De plannen mbt de aanleg van de Spoorbeek
(vanaf de bron van de Groesbeek via de TPG-locatie naar de Stationsweg) en het bovengronds halen van de Groesbeek komen in het geheel niet voor in het nieuwe
bestemmingsplan. Overigens bleek het genoemde "onderzoek" bij navraag bij de gemeente niet te bestaan. Waarom de gemeente dit dan opschrijft in een
bestemmingsplan is ons niet duidelijk.